Dat laadpalen niet meer weg te denken zijn in de toekomst, daar zijn we het allen wel mee eens. Dit impliceert ook dat appartementsgebouwen moeten volgen. Wat zijn de regels hier en wie draait op voor de kosten? Allerlei voorwaarden Bij een mede-eigendom bevindt de parkeerplaats zich meest al op een gemeenschappelijke locatie, zoals een […]
Dat laadpalen niet meer weg te denken zijn in de toekomst, daar zijn we het allen wel mee eens. Dit impliceert ook dat appartementsgebouwen moeten volgen. Wat zijn de regels hier en wie draait op voor de kosten?
Allerlei voorwaarden
Bij een mede-eigendom bevindt de parkeerplaats zich meest al op een gemeenschappelijke locatie, zoals een parkeer garage of zone met carports. Sinds 2019 heeft elke mede- eigenaar het recht om kabels, leidingen en gelijkaardige faciliteiten aan te leggen in de gemene delen van een gebouw. Toch gelden er verschillende voorwaarden. Je mag de bestemming van de ruimtes niet wijzigen en de rechten van de mede-eigenaars niet schaden. Je mag dus geen kabels door privatieve kavels zoals bergingen of parkeerplaatsen trekken zonder expliciete toestemming, en je moet de installatie conform laten keuren.
“Load balancing”
Om laadpalen in een mede-eigendom te mogen plaatsen, is er een meldingsplicht naar de mede-eigenaars of via de syndicus. Door middel van een aangetekend schrijven dien je hen op de hoogte te stellen van de geplande werken. Mede-eigenaars beschikken over twee maanden om verzet aan te tekenen. Een belangrijk aandachtspunt is het beschikbare vermogen. Wanneer verschillende gebruikers hun elektrische wagen via een gemeenschappelijke aansluiting tegelijk opladen, gaat het piekvermogen de hoogte in, wat mogelijk leidt tot een g sprongen zekering. B Door het laadpunt exclusief aan te sluiten op een gemeenschappelijke meter in combinatie met een verzwaring van de netcapaciteit, verdeel je het beschikbare vermogen optimaal over de aangesloten wagens. Is er een buur op vakantie of is de batterij van een andere wagen vol? Dan kan je het vermogen met behulp van een energie managementsysteem verdelen onder de op te laden wagens. Om dat te verwezenlijken, kies je best voor één merk voor alle laadpalen. Zorg er ook voor dat noodzakelijke elementen zoals de lift van het appartementsgebouw en verlichting prioriteit krijgen via ‘load balancing’. Die techniek laat toe dat de laadpaal en meter kast met elkaar communiceren en voorkomt overbelasting van het stroomnet.
Kostenplaatje
Raming van de prijs van een zekeringskast voor een tiental parkeerplaatsen komt op ongeveer 2.000 euro. Voor een zestiental parkeerplaatsen tel je zo’n 4.500 euro neer. Men adviseert om de nieuwe zekeringskast dicht bij de parkings te plaatsen en ze via de algemene middelen te bekostigen door alle eigenaars. Daartoe is een meerderheid van stemmen (51%) vereist. Stel dat Fluvius extra vermogen moet voorzien, dan opteer je best voor een voldoende zware kabel, die geschikt blijft bij een verdere toename van het aantal elektrische wagens. De centrale kabelgoot naar de individuele privatieve parkeerplaatsen voorzie je eveneens best via de vereniging van mede-eigenaars.
Energiefactuur en capaciteitstarief.
Dan rest natuurlijk nog de stroomfactuur. Met een aparte meter voor laadpalen betaalt elke gebruiker voor zijn individuele elektriciteitsverbruik aan het laadpunt. Alle eigenaren ontvangen hun maandelijkse factuur op hun naam of die van hun vennootschap. De vermelde kosten omvatten de distributie vergoeding met het capaciteitstarief. Wie niet over een laadpunt beschikt, betaalt dus niet mee. Door middel van load balancing voorkom je bovendien dat het piekverbruik voor de EV- eigenaars de hoogte in schiet. Zijn ook de lift en verlichting op die meter aangesloten, dan liggen de stroomkosten via de gemeen schappelijke meter iets hoger. Al is dat verbruik verwaarloosbaar ten opzichte van het verbruik van de laadpunten.