Het groeiende aanbod van renovatiepanden in combinatie met de renovatieplicht heeft een enorme impact op de verkoopprijzen in de vastgoedmarkt. De door de overheid gewenste omslag naar energiezuinige woningen lijkt een feit. Kandidaat-kopers van vastgoed zijn zich steeds meer bewust van de noodzaak om hun financiële middelen te besteden aan een “groene” woning. Een woning […]
Het groeiende aanbod van renovatiepanden in combinatie met de renovatieplicht heeft een enorme impact op de verkoopprijzen in de vastgoedmarkt.
De door de overheid gewenste omslag naar energiezuinige woningen lijkt een feit. Kandidaat-kopers van vastgoed zijn zich steeds meer bewust van de noodzaak om hun financiële middelen te besteden aan een “groene” woning. Een woning die energiezuinig of zelfs bijna energie-neutraal is ( BEN-woningen ) genieten steeds meer de voorkeur. Slechts zulk huis of appartement kan in de komende decennia een zorgeloze thuis bieden. Samen met de locatie, de oppervlakte en de prijs komt er een extra en even belangrijke factor in de zoekopdrachten bij, nl. de EPC-score of het EPC-label.
Aan de basis van deze bewustzijnsomslag liggen meerdere redenen ten grondslag:
- De renovatieplicht: Woningen, meestal oudere huizen of appartementen, die een EPC-label F of E scoren dienen vanaf datum notariële akte binnen de vijf jaar gerenoveerd te worden tot op het niveau van minstens EPC-label D. Deze verplichting met als doel een energiezuiniger en dus milieuvriendelijker woningpark te creëren wekt tot op zekere hoogte tijdsduurstress op.
- De sterk gestegen prijzen van bouwmaterialen: Aan de renovatieplicht hangt uiteraard een prijskaartje. De steeds duurder geworden bouwmaterialen doen er nog een extra schep bovenop. De 6 % BTW-maatregel op sloop- en heropbouw die hieraan enig soelaas trachtte te bieden loopt voorlopig nog tot einde 2023 en de onzekerheid of deze maatregel zal blijven doorlopen na 31 december is mede oorzaak van een afwachtende kopersmarkt.
- De stijgende rentevoeten: Ook de rentevoeten waarop hypothecaire leningen worden gebaseerd zijn in stijgende lijn. M.a.w., lenen voor een woning wordt duurder. Bovenop de renovatiekosten is dit een extra domper voor vele kandidaat-kopers. Immers, hun financiële draagkracht wordt hiermee extra ondermijnd. Banken kijken daarenboven met meer aandacht naar deze financiële draagkracht, niet enkel i.f.v. het te ontlenen bedrag maar ook m.b.t. de eigen middelen die de kandidaat-koper kan voorleggen. Het EPC-label speelt hier een erg belangrijke rol. Sommige kredietverstrekkers weigeren zelfs een lening toe te staan aan kandidaat-kopers die de renovatieplicht niet deels kunnen bekostigen met eigen spaargelden. Behalve voor de registratierechten en de notariskosten eisen banken tegenwoordig dat u als nieuwe eigenaar ook een groot deel van de renovatiekosten buiten de lening om voor eigen rekening kan nemen.
- Het asbestattest: Een vierde factor is de invloed van het asbestattest. Indien een woning onderhevig is aan de renovatieplicht kan ook een te zwaar wegend asbestattest een belangrijke rol beginnen spelen. Om voor een aangekochte woning een beter EPC-label te genereren dienen dikwijls extra isolatiewerken uitgevoerd te worden of dringt de installatie van zonnepanelen en een zonneboiler zich op. Echter, wanneer een woning een asbesten onderdak ( Menuiserite beplating ) of dakbedekking (Asbestleien) heeft is het verboden hierop zulke installaties te monteren. Bovenop de kosten van de zonnepanelen en / of de zonneboiler dient op dat moment ook rekening gehouden te worden met een nieuwe dakbedekking en / of een nieuw onderdak. Dit zijn erg kostelijke renovatieposten die het financiële plaatje wel erg zwaar kunnen doen doorwegen.
- De stijgende energieprijzen: De gestegen energieprijzen in een steeds meer onstabiele markt spelen eveneens een grote rol in het nadeel van woningen met een slechte EPC-score. Zulke panden jagen immers de energiefacturen de hoogte in.
Conclusie: Particuliere verkopers zullen zich dus steeds meer moeten bewust zijn van het belang van zowel de EPC-score als van het asbestattest. Prijscorrecties dringen zich dan ook op m.b.t. het segment van oudere woningen. Energiezuinige panden zullen een betere verkoopbaarheidsgraad kennen terwijl oudere huizen en appartementen moeilijker aan de man zullen kunnen gebracht worden. De prijs van te renoveren woningen zal eerder een dalend verloop kennen in de toekomst. De afkoeling op de vastgoedmarkt lijkt ingezet, zeker voor renovatiepanden.
Bron: CIB Vlaanderen